UNILIT B-FLUID XB INJECTIEMORTEL EN HECHTMORTEL VOOR FRESCO’S

Productomschrijving 

Unilit B-Fluid XB is een traditionele, droog voorgemengde ultrafijne minerale injectie- en hechtmortel op basis van natuurlijk hydraulische kalk als bindmiddel en passende ultrafijne vulstoffen met een aangepaste korrelverdeling. Unilit B-Fluid XB kenmerkt zich door een trage maar sterke hechting, een hoge plasticiteit, een laag gehalte aan oplosbare zouten en een uitstekende waterdampdoorlaatbaarheid. Deze natuurlijk hydraulische kalkmortel is zeer stabiel en is zorgvuldig bereid om problemen van microscheurtjes en een te snelle uitdroging te vermijden. De natuurlijk hydraulische kalk, aangewend als bindmiddel, is in overeenstemming met de europese norm en 459-1, nhl 5.  De mortel unilit B-Fluid XB is conform aan de europese norm uni en 998-1. 

Toepassingsgebied 

Unilit B-Fluid XB wordt als een fijne injectiemortel toegepast om losgekomen pleisterlagen en frescoschilderingen opnieuw aan de ondergrond te binden. Dankzij de natuurlijke poriënstructuur en het lage gehalte aan oplosbare zouten van natuurlijk hydraulische kalk onderhoudt unilit B-Fluid XB de vochthuishouding van de structuur, waardoor praktisch alle gekende problemen met betrekking tot zoutuitbloeiingen uitgesloten kunnen worden, dit voor zover de vocht- en zoutbelasting van de ondergrond niet te hoog is.

Verwerkingsvoorschriften 

Verspreid over de te injecteren zone worden een reeks injectieopeningen aangebracht met een maximale tussenafstand van 10 cm tussen opeenvolgende injectieopeningen en een zo klein mogelijke opening ten behoeve van de injectieapparatuur. De injectieopeningen worden geschrankt aangebracht, zodat opeenvolgende injectieopeningen in de hoogte niet vlak boven elkaar staan. Voorafgaand aan het injecteren van de mortelspecie worden de injectieopeningen met zuiver water gereinigd en bevochtigd. De mortel wordt gemengd met zuiver water in een verhouding van 7 tot 8.5 l op 25 kg kant-en-klare kalkmortel. De menging dient te gebeuren met een traag draaiende elektrische menger voor een periode van 5 tot 8 minuten tot een zeer goed verwerkbare mortel bekomen wordt, die gedurende 2 uur verwerkbaar blijft. De mortel wordt met de spuit, met een werkdruk van 1 tot 2 bar, langs de boorgaten geïnjecteerd. De exacte werkdruk wordt in ieder geval bepaald in functie van de draagkracht van de ondergrond en zo nodig tijdens het injecteren aangepast. De injectie verloopt van beneden naar boven. De injectie wordt voortgezet tot de injectiespecie aan de onderliggende openingen te voorschijn komt. Een droogtijd van 1 tot 2 dagen dient in acht genomen te worden. Het mortelsysteem mag niet aangebracht worden bij temperaturen lager dan +5°c. Nooit op een bevroren ondergrond aanbrengen, evenmin bij dichte mist. Tijdens zonnige en droge periodes dienen de nodige maatregelen getroffen te worden om een te snelle uitdroging van de vers aangebrachte mortelpasta te vermijden. De mortel dient tegen vorst en sterke bezonning beschermd te worden gedurende 48 tot 72 uren na het aanbrengen.

Download de PDF versie