UNILIT 35F (TD13 BRIK) FIJNE VOEGMORTEL

Bestekken : metselen en voegen

Productomschrijving 

Unilit 35F is een traditionele, droog voorgemengde minerale voegmortel op basis van natuurlijk hydraulische kalk als bindmiddel en passende toeslagstoffen met een aangepaste korrelverdeling. Unilit 35F kenmerkt zich door een trage maar sterke hechting, een hoge plasticiteit, een laag gehalte aan oplosbare zouten en een uitstekende waterdampdoorlaatbaarheid. Deze natuurlijk hydraulische kalkmortel is zeer stabiel en is zorgvuldig bereid om problemen van microscheurtjes en een te snelle uitdroging te vermijden. De natuurlijk hydraulische kalk, aangewend als bindmiddel, is in overeenstemming met de europese norm en 459-1, nhl 5.  De mortel unilit 35F is conform aan de europese norm uni en 998-1. 

Toepassingsgebied 

Unilit 35F is een traditionele voegmortel zoals deze reeds vele eeuwen gebruikt wordt in ons cultureel erfgoed. Deze mortel is derhalve dan ook bijzonder geschikt voor het voegwerk op traditionele ondergronden en dit zowel in de restauratie, renovatie als nieuwbouw. De fysische opbouw van unilit 35F verleent deze voegmortel een zekere plasticiteit, waardoor deze in het bijzonder geschikt is voor de realisatie van knip- en snijvoegen of gedagstreepte voegen. Dankzij de natuurlijke poriënstructuur en het lage gehalte aan oplosbare zouten van natuurlijk hydraulische kalk onderhoudt unilit 35F de vochthuishouding van het metselwerk, waardoor praktisch alle gekende problemen met betrekking tot vorstschade en zoutuitbloeiingen uitgesloten kunnen worden, dit voor zover de vocht- en zoutbelasting van de ondergrond niet te hoog is. 

Verwerkingsvoorschriften 

Slecht samenhangende en loszittende kalkvoegen, evenals cementvoegen worden volledig verwijderd, zonder hierbij de stenen te beschadigen. De voegen worden minimaal over een diepte van 1.5 maal de voegbreedte vrijgemaakt. Voorafgaand aan het aanbrengen van de voegmortel wordt de ondergrond gereinigd van losse deeltjes, stof en vetten en vervolgens licht bevochtigd. De ondergrond mag op het ogenblik van het aanbrengen van de mortel evenwel niet verzadigd zijn, daar dit de hechting en de kwaliteit van de aangebrachte mortel sterk vermindert. De mortel wordt gemengd met zuiver water in een verhouding van 6 tot 7 l op een zak van 30 kg kant-en-klare kalkmortel. De menging dient te gebeuren met een traag draaiende elektrische menger voor een periode van 3 tot 4 minuten tot een homogene en smeuïge massa bekomen wordt. Aldus bekomt men een zeer goed verwerkbare mortel, die gedurende 2 uur verwerkbaar blijft. De mortel wordt met het voegijzer in de voeg gebracht en stevig aangedrukt. Bij normaal drogend weer zo’n 15 minuten wachten alvorens het voegwerk te snijden of te trekken. Op het einde van het werk wordt het metselwerk afgeborsteld met een zachte borstel teneinde alle overtollige mortelresten te verwijderen. Een droogtijd van 1 tot 2 dagen dient in acht genomen te worden. Het mortelsysteem mag niet aangebracht worden bij temperaturen lager dan +5°c. Nooit op een bevroren ondergrond aanbrengen, evenmin bij dichte mist. Tijdens zonnige en droge periodes dienen de nodige maatregelen getroffen te worden om een te snelle uitdroging van de vers aangebrachte mortelpasta te vermijden. De mortel dient tegen vorst en sterke bezonning beschermd te worden gedurende 48 tot 72 uren na het aanbrengen

Download de PDF versie