De open structuur of porositeit van kalk zorgt voor een goede dampdoorlaatbaarheid en een lage capillaire werking : kalk houdt water of vocht niet langdurig vast, in tegendeel: het materiaal laat juist een vlotte migratie van waterdamp toe. Een kalkmortel zal water en vocht dus als het ware opnemen en al heel snel weer afgeven onder de vorm van waterdamp. Dit proces gebeurt geleidelijk aan, en beïnvloedt de eigenschappen en de kwaliteit van de mortel geenszins. Een kalkpleister of -voeg zal dus gemakkelijk drogen (bv. na een regenbui).
Bouwmaterialen alsook de omgevingslucht hebben steeds een bepaald vochtgehalte. In een constructie kan dit gehalte nog verhogen door bv. opstijgend vocht en allerlei infiltraties via scheurtjes en andere defecten. De speciale eigenschappen van kalkpleisters laten toe dat dit ongewenste teveel aan vocht zich niet acccumuleert. Het kan in twee richtingen doorheen de muur migreren, en het gebouw verlaten onder de vorm van waterdamp. Condens, schimmel- en mosvorming worden op deze manier vermeden.
Een goede vochthuishouding en drogere lucht zorgen bovendien voor een betere isolatiewaarde van de constructie.